Verhalen uit de Haagweg

‘De waarde van zorgvuldigheid’ – Zippora Elders

OP 15 NOVEMBER BRACHT ZIPPORA ELDERS, ARTISTIEK DIRECTEUR VAN KUNSTFORT BIJ VIJFHUIZEN, HET VOLGENDE COLUMN TE GEHORE OP HET “FAIR PRACTICE SYMPOSIUM” IN GRONINGEN. DIT COLUMN STAAT GEPUBLICEERD OP HET PLATVORM BEELDENDE KUNST.

Eén van mijn mentoren, een senior conservator bij een groot museum, heeft zich tegen mij slechts één keer uitgesproken over lage salarissen en vele overuren in de sector. Namelijk het volgende: ‘Ik voel me zo gezegend dat ik met kunst en kunstenaars mág werken, dat het nooit in me is opgekomen daarover te klagen.’

U zult misschien denken dat ze wel bevoorrecht moet zijn om zoiets te kunnen zeggen, en dat zei ze zelf ook, of beter nog: gezegend, zo noemde ze zichzelf. Het is haar uitgangspunt dat ik op lastige momenten tegen mezelf herhaal: het is een voorrecht om met kunst te mogen en kunnen werken.

Het is ook een voorrecht dat we dat tegenwoordig grotendeels doen met een Fair Practice Code, een Code Diversiteit & Inclusie en een Governance Code Cultuur. We voelen ons sector-breed verantwoordelijk voor codes die gaan over het aangenamer maken van de samenleving, in het algemeen, en daar mogen we trots op zijn.

Hoe dit resoneert is niet altijd meetbaar, maar vaak wel voelbaar voor zij die gevoelig zijn. En dat bent u. Daar heeft u zich zelfs extra in getraind: in het horen van de ondertoon, in het bewerken van materie, in het verbeelden van het onzichtbare, in het creëren van vergezichten, in het herindelen van composities, in het bewegen in de ruimte, in het vertellen van het onvoorstelbare, kortom: in het bijzonder maken van het alledaagse. De wereld mooier willen maken, met schoonheid, met balans, met rust, met grappen, met disruptie, met concept, met verwarring, met confrontatie, met anders-zijn. Falen, schuren, leven.

Maar wat komt u in de praktijk tegen? In de praktijk had ik deze column afgelopen dinsdag moeten opsturen. Dat lukte niet, want ik kon geen ruimte vinden voor creativiteit. Ik ben moe. Het was een week van politieke en zakelijke strijd, op en achter het podium. En strijd kost energie. Na ettelijke kunstenaars en collega’s te hebben zien vallen, is me duidelijk: de burn-out zit ‘m niet in het werk, de burn-out zit ‘m in de ruis. En die ruis, die maken we zelf.

Want zo helder als onze geliefde codes zijn, zo troebel zijn oneerlijkheid, onderbetaling, seksisme, racisme, en klasse- en leeftijdsdiscriminatie in de alledaagse werkelijkheid.

U bent tegen seksisme, maar als u ziet hoe de rijke donateur zijn hand net te laag op de onderrug van uw junior Development legt, dan hoort dat er toch een beetje bij. U bent voor inclusie, maar daadwerkelijk uw positie delen met iemand die een andere visie op kwaliteit heeft, vindt u toch verdomde moeilijk. En u geniet van de aantrekkelijke jonge vrouw die zich in goed Nederlands uitspreekt over feminisme en diversiteit – maar als ze u aanspreekt op een concreet voorval dan is dat toch een beetje irritant. Onprofessioneel vindt u het zelfs, want leuk hoor, zo’n ambitieus meisje, maar ze moet toch wel begrijpen dat zaken in de echte wereld zo gaan en dat de hoge heren hun onhandige uitspraken niet verkeerd bedoelden?

Tja. We willen eerlijkheid en transparantie, maar het wordt ook als professioneel geacht niet de vuile was buiten te hangen. Doet u het toch, dan staat er zonder twijfel een aantal ‘collega’s’ klaar om u te bekritiseren. Zij doen dat niet bij de groenteboer op de hoek; ze zitten in de commissies van de fondsen waar u zojuist een aanvraag naar hebt gestuurd. De kunstwereld is niet onbekend met zowel ijdelheid als geldgebrek, en de combinatie van die twee brengt al snel competitie en afgunst in het spel. En ook uw opdrachtgever vraagt de volgende keer liever een ‘makkelijker’ iemand, want dat gesputter is toch niet zo handig voor de zakelijke relaties die teveel geld hebben om zich over codes over eerlijk werk en inclusiviteit te hoeven bekommeren. Sterker nog: die business floreert al eeuwen bij oneerlijk werk en exclusiviteit.

En zo doen we allemaal bedoeld en onbedoeld een beetje mee. U wil werknemers aannemen, maar verwacht wel dat ze anderhalf keer zoveel werken. U betaalt freelancers voor een klus van een halve dag per week, maar wil wel dat ze de 40 uur per week dat u zelf op kantoor zit, beschikbaar zijn.

Voor welke ‘kunstprofessional’ is de mailbox niet een Nemesis geworden? Zo’n honderd e-mails per dag, die daadwerkelijk beantwoord moeten worden, die u binnen voelt komen in dat zeldzame uur dat u een studieboek probeert te lezen… Wetende dat er ergens op de wereld een kunstenaar die u niet kent, maar hij u wel, in z’n eentje in een atelier zit te kniezen waarom u niet gereageerd heeft op zijn spontane uitnodiging voor een studiovisite. Wetende dat uw opdrachtgever ergens in een chique kantoorgebouw geagiteerd op antwoord zit te wachten over die ene zin in dat ene persbericht dat eigenlijk pas over twee weken de deur uit hoeft. Wetende dat er ergens in een raadhuis een ambtenaar zit die denkt dat u wel met minder subsidie toe kunt, want dan stuurt u toch even wat fondsenaanvragen uit. En waarom was u op uw afgelopen vrije zaterdagmiddag eigenlijk niet op die ene opening 200 kilometer hiervandaan, vraagt de voorzitter van het bestuur, en hij heeft nog een punt ook.

Regelt u het even?

De kunstprofessional staat ’s ochtends trillend met een bekertje koffie op Almere Centraal. Vanaf 30 plus maakt het niet zoveel uit of u nou met een kleine erfenis uit een nette familie komt, of opgeklommen bent vanuit dat rijtjeshuis in de provincie. Stress is stress. En niet zelden vangt de curator de klappen op die anders de kunst getroffen hadden. Maar u weet ook dat de kunstenaar de werkelijke offers maakt. Deze loopt het risico op een arme oude dag, mist de veiligheid om te kunnen maken, gaf een stabiel leven op voor de verbeelding, toont diens binnenwereld aan het publiek, of, waarmee een enkeling mij eens shockeerde: ‘Als je werk onzeker is, hou je je vast aan dat wat wel zeker is, zelfs als dat een matige relatie is met iemand die een huis in de randstad kan kopen.’

Dus wat nou trillend bekertje koffie en een vermoeide column? Toch is het belangrijk om de worstelingen van uw medestanders te kennen. In een sector vol gevoel en gevoeligheden, hoort het bij uw werk om u in de ander te verplaatsen. Verplaatsen betekent nadrukkelijk niet voor de ander bedenken wat deze nodig heeft, maar dat oprecht vragen, en tevens zelf delen wat uw behoeften en twijfels zijn. Want u heeft elkaar nodig in uw strijd.

Ja dat zeg ik: strijd. Het lijkt misschien alsof de heersende orde open staat voor verzet. Maar die openheid is relatief. Welke kritiek is welkom? De kritiek waarvan we ons beter over onszelf gaan voelen. De knappe vrouw die zegt dat vrouwen zichtbaarder moeten zijn. De witte curator die een tentoonstelling maakt over zwarte kunstenaars. De educatiemedewerker die een queerproject in het randprogramma plek geeft. De collega marcom die roept dat de exclusieve ledenclub inclusiever moet.

De ambivalente positie van verzet is dat het tegenwoordig zo lekker soepel wordt opgevroten door het systeem. Op bovenstaande manieren kritiek leveren kost niet zoveel moeite, het is zelfs aantrekkelijk, want u krijgt er instant bevestiging van, met applaus, met klussen, met populariteit, met likes. In uw eentje waar niemand u ziet opstaan tegen iemand die machtiger is dan u, dát kost energie.

Dus hoe zorgt u er als sector voor dat het niet bij vergezichten blijft? Hoe maakt u de codes concreet? Ik ben blij met dit symposium, want vereniging en kennisdeling zijn een waardevolle vriend voor kleine groepen. Daar heeft u belangenbehartigers voor. Maar er gaat iets aan vooraf, en dat is bewustzijn. Een verantwoordelijkheid voelen voor elk individu en wezen. Scherp blijven. Solidair zijn. Beseffen dat de kunstenaar hier nog steeds zoveel meer mogelijkheden heeft dan die op vele andere plekken op aarde. En tegelijkertijd stilstaan bij het hier en nu. Herinneren dat groepen uit individuen bestaan, dat we een grotere wereld delen. De ander niet tot waanzin drijven. Maar wel benoemen waar het misgaat, met detail en geduld. Uw collega zien, écht zien. Herkennen wanneer het ze teveel wordt, eerlijk zijn over wat u van ze vraagt, helpen wanneer ze in het nauw worden gedreven, vertrouwen geven wanneer dat nodig is, een kopje thee neerzetten als ze zich door een deadline worstelen, uw eigen fouten erkennen, benoemen én accepteren. Vaker afwijken van de veilige norm. Actief kiezen voor meerstemmigheid – op uw kantoor, in uw systeem, uw vriendenkring, uw gezin.

Herken de strijd van uw en onze mensen.

Morgen is de intocht van Sinterklaas. Het zijn kunstenaars die Zwarte Piet is Racisme en Kick Out Zwarte Piet hebben opgezet. Sta daar eens bij stil. Is dat niet waar deze codes over gaan? Bent u solidair op afstand, zolang dat salonfähig is, of deelt u het risico van zij die confronterende kritiek durven te leveren op een wereld die nog lang niet daar is waar die zou moeten zijn? Morgen zijn er demonstraties en manifestaties op verschillende plaatsen in het land. Ik las op Twitter dat een persoon van kleur wordt aangeraden om meerdere (witte) buddies mee te vragen ter bescherming. Dat lijkt me niet onrealistisch, maar laat eens tot u doordringen wat dat betekent.

Kijkt u naar de staat van de wereld, dan ziet u hopelijk dat we ons weer middenin een eruptie van machts- en cultuurverschuivingen bevinden. Hoe meer ruimte andersdenkenden innemen, hoe meer tegenkrachten er opstaan. Het is een tijd van geweld en polarisatie: op straat, online, achter de schermen. Juist nu is het belangrijk om u te verenigen en vol te houden. Onderscheidende en complementerende kwaliteiten toejuichen, maar competitie en jaloezie loslaten. Want subsidie zal u helpen tegen de vermoeidheid, maar lost de oneerlijkheid niet op. Het verder implementeren en intrinsiek maken van een code die eerlijke arbeid centraal stelt, wel. En dat begint al op kleine schaal: respecteer elkaars werkuren, stuur geen sms’jes buiten werktijd, geef elkaars nummer niet zomaar aan derden, laat iemand de tijd nemen om het goed te doen, help andermans werk te checken, bescherm elkaars veiligheid. Begrijp de context, maar zeg er toch iets van als u merkt dat iemand unfair behandeld wordt.

Samenvattend wil ik u voor het gesprek van vandaag drie dingen meegeven: herken elkaars arbeid, herken elkaars worsteling en herken elkaars zorgvuldigheid. Bedank, bemoedig, bespreek. Deel het risico. Geef niet op. Neem de stappen die u kunt nemen. Groet de vakkenvuller, de schoonmaker, de vrijwilliger, de suppoost, de sekswerker, de afwasser, de productie-stagiair. En gun uzelf het elke dag opnieuw te mogen proberen.

Gelukkig leven, is eerlijk leven. Maakt het u soms moe, denk dan aan ons voorrecht met kunst te mogen werken. En stelt u zich een realiteit voor waarin de kunstwereld een voorbeeld is voor hoe we met elkaar omgaan in de hele samenleving. Van mij mag u eindeloos pogen, falen en weer opstaan. Ik wens wel dat er dan iemand naast u staat om een handje te helpen. Nee wacht: ik vraag u dat. Fair practice voor iedereen.

Dank u wel.